Interview met Mark van Tilburg, promovendus en docent Hogeschool Utrecht over zijn onderzoeksproject Meer op Maat: Gestratificeerde fysiotherapie bij nek- en/of schouderklachten
Mark van Tilburg (29) studeerde in 2015 af als fysiotherapeut, ging werken bij een eerstelijnspraktijk in Zwolle en startte tegelijkertijd met zijn masteropleiding Fysiotherapiewetenschap aan de Universiteit in Utrecht. Daar kwam hij in aanraking met blended fysiotherapie waar hij onmiddellijk toekomst in zag. Na zijn afstuderen kon hij aan de slag als promovendus bij Hogeschool Utrecht bij het Lectoraat Fysiotherapie en Innovatie in Beweegzorg. Zijn promotieonderzoek naar gestratificeerde fysiotherapeutische (blended) zorg bij cliënten met nek- en/of schouderklachten is in 2018 van start gegaan en de e-Exercise beweegprogramma’s maken daar een belangrijk onderdeel van uit. Deze programma’s zijn beschikbaar in MijnZorgApp en op Huiswerkoefeningen.nl. We zijn dan ook zeer benieuwd naar de stand van zaken van zijn onderzoeksproject.
Wat is het doel van het onderzoek en hoe pak je het aan?
“Elke cliënt heeft een andere zorgbehoefte. Vanuit dit uitgangspunt onderzoeken we of de fysiotherapie verbeterd kan worden door de behandeling te personaliseren en indien de cliënt daarvoor geschikt is, dit met een online programma te combineren. Door de vorm en inhoud van de behandeling aan te passen aan de behoeftes van de individuele cliënt verwachten we dat de therapie (kosten-)effectiever wordt. Het onderzoek richt zich specifiek op cliënten met nek- en/of schouderklachten.”
Voor wie is het onderzoek bedoeld?
“We hebben voor ons onderzoeksproject, in samenwerking met allerlei stakeholders, een werkwijze ontwikkeld die we eerst binnen een groep fysiotherapeuten en cliënten hebben getest. We bieden de fysiotherapeut hulpmiddelen aan om te bepalen wat het risico van de cliënt is op langdurige klachten en of een cliënt geschikt is voor blended fysiotherapie. Fysiotherapeuten kunnen dit gebruiken als onderdeel van het klinisch redeneren om te bepalen hoe de behandeling er vervolgens uit moet zien. Als een cliënt geschikt is voor blended fysiotherapie, maakt de fysiotherapeut gebruik van het blended behandelprogramma e-Exercise. Bij e-Exercise wordt een app (MijnZorgApp) geïntegreerd met face-to-face behandelingen. Deze app ondersteunt de cliënt om thuis aan zijn of haar herstel te werken, bijvoorbeeld door het doen van oefeningen, het uitvoeren van (beweeg)opdrachten of het bekijken van informatievideo’s. Als de cliënt niet geschikt is voor blended fysiotherapie kan de fysiotherapeut als alternatief een papieren werkboek inzetten met dezelfde modules.
“Cliënten zijn door blended fysiotherapie meer betrokken bij hun eigen herstelproces”
Hoe ver ben je met het onderzoek en zijn er al conclusies te trekken?
“We hebben helaas wat vertraging opgelopen door corona, maar we hopen eind dit jaar met de grote RCT klaar te zijn. Binnen twee jaar verwachten we dat we de resultaten hebben en die kunnen verspreiden. Naar aanleiding van de pilotstudie, zijn al voorzichtig enkele uitspraken gedaan. De ervaringen van fysiotherapeuten en cliënten zijn overwegend positief. Fysiotherapeuten vertelden dat het aanbieden van de app met de verschillende modules de eigen regie van cliënten lijkt te bevorderen. Cliënten zijn meer betrokken bij hun eigen herstelproces, in plaats van dat ze passief een behandeling volgen. Dat past natuurlijk mooi bij de verschuiving die we willen bewerkstelligen op het gebied van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag. Verbeterpunten die werden genoemd, hebben we zoveel mogelijk verwerkt voorafgaand aan het starten van het grote onderzoek.”
“Als er een app voorhanden is, lijkt tot nu toe elke cliënt bereid te zijn om er een poging mee te wagen”
“Wat opvalt in het grote onderzoek, is dat nog niemand gebruik heeft gemaakt van het papieren werkboek als alternatief. Tot nu toe maakt elke cliënt gebruik van de blended variant. We hebben nog niet in kaart gebracht waar dat aan ligt, maar dat is dus wel wat wij nu als tussentijds resultaat zien. Het lijkt er dus op dat elke fysiotherapeut en cliënt bereid is tot een blended behandeling, ongeacht de leeftijd.”
Zie je verschil tussen jong en oud?
“Nee; wij horen terug dat ouderen het doorgaans juist heel leuk vinden om met een app te werken. Die zijn over het algemeen ook sterk betrokken bij hun behandeling en na een beetje hulp op digitaal vlak, kunnen ze er goed mee overweg. We hadden wel verwacht dat er een onderscheid zou zijn, maar die verwachting is niet uitgekomen.”
“Het personaliseren van een blended behandeling lijkt een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle behandeling”
“Verder zien we ook dat er tussen cliënten een verschil is in het gebruik van de app. De een zegt ‘ik vind de informatie het belangrijkste’ en de ander is weer wat meer gefocust op de oefeningen. Daarnaast wordt in de app de behandelvoortgang bijgehouden. Fysiotherapeuten gebruiken die informatie op hun eigen manier om hun behandeling te versterken. Per cliënt wordt het dus op een andere manier ingezet en gebruikt. Dat personaliseren lijkt een belangrijke voorwaarde voor het succesvol integreren van een app in de behandeling.”
Hoe zie jij de toekomst van blended care?
“Zelf sta ik er ontzettend positief tegenover. We moeten echter wel meer gaan inzetten op scholing. Nu leren de studenten fysiotherapie er al mee werken, maar we moeten het ook toegankelijk maken voor de gehele beroepsgroep, door bijvoorbeeld een scholing op te zetten, symposia te organiseren enzovoorts. Dan gaat het ook steeds meer landen in de praktijk. HealthTrain biedt bijvoorbeeld zelf ook geaccrediteerde scholingen aan. Daarnaast vind ik dat het breder toepasbaar gemaakt moet worden. Fysiotherapeuten geven zelf ook al aan dat als ze het bij meer doelgroepen kunnen inzetten, ze er ook meer vertrouwd mee kunnen raken en het interessanter wordt. Ze zeggen letterlijk ‘als we het slechts beperkt kunnen inzetten, dus bijvoorbeeld alleen bij artrose, lage rugpijn en nek- schouderklachten, dan wordt het nooit onderdeel van ons complete handelen.’ Daar zit wat in.”
“Mijn ideaalbeeld is één compleet geïntegreerd gezondheidsplatform.”
Wat gaat er verder met de uitkomst van dit onderzoek gebeuren?
“Een valorisatiegroep van stakeholders gaat actief aan de slag met de resultaten. Om er zeker van te zijn dat de resultaten niet op de plank blijven liggen hebben we vanaf de start van het project een valorisatiegroep opgericht, waarin allerlei stakeholders zijn verenigd. Hier zijn onder andere Zorg1, zorgverzekeraars, docenten, cliënten, KNGF en HealthTrain bij betrokken. Met hen bespreken we hoe we de uitkomsten kunnen delen, hoe we belemmeringen gaan verhelpen en hoe we het het beste kunnen gaan implementeren. Daarnaast is het belangrijk dat we ons gaan inzetten om blended therapie te laten opnemen in de richtlijnen van het KNGF.”
“Er is in de markt meer ervaring nodig met blended fysiotherapie”
“Het mooie aan promoveren op een Hogeschool is dat je de verworven kennis en producten die uit dat onderzoek naar voren zijn gekomen direct kunt integreren in het onderwijs. Ik heb bijvoorbeeld recent weer een college gegeven aan studenten van de Master Fysiotherapie en Innovatie in de Beweegzorg over blended fysiotherapie en nieuwe technologieën. Zo proberen we alle uitkomsten in het onderwijs te verweven. Daarnaast willen we seminars opzetten en scholing geven aan fysiotherapeuten om ze bekend en vertrouwd te maken met blended fysiotherapie. Het doel hierbij is dat het zo steeds meer geïntegreerd wordt in het werkveld.”
Hoe verloopt de samenwerking met Healthtrain/MijnZorgApp?
“Het is fijn om te zien dat MijnZorgApp geen rigide product is en dat de communicatielijnen met Healthtrain kort zijn. Ze luisteren goed naar de wensen van cliënten en fysiotherapeuten en zijn continu bezig om het verder te ontwikkelen en af te stemmen op de wensen van de gebruikers. Tijdens de pilotstudie gaven de fysiotherapeuten bijvoorbeeld aan dat ze een helder overzicht van het behandeltraject misten in hun cliëntomgeving. Dat hebben we direct kunnen terugkoppelen en binnen no-time was dat in de app aangepast. Mede door deze goede wisselwerking kunnen we dit onderzoeksproject goed afronden.”
Lees hier het e-magazine E-HEALTH = HEALTH
Dit onderzoek is een samenwerking tussen Hogeschool Utrecht, UMC Utrecht, Fontys Paramedische Hogeschool, VUmc Amsterdam, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Radboudumc, Keele University, Academische Werkplaats Fysiotherapie, Julius Leidsche Rijn Gezondheidscentra, FysioHolland, Stichting Gezondheidscentra Eindhoven, HealthTrain en Intramed.